UBO-Register en AVG

Persoonsgegevens dien je permanent te beschermen. Als persoonsgegevens eenmaal zijn gelekt, is dat nooit meer te herstellen. Het is prijzenswaardig dat de Europese en nationale overheden via de Algemene Verordening Gegevensbescherming persoonsgegevens willen beschermen.
Diametraal op dit nastrevenswaardige doel staat het UBO-register. Met de UBO-definiëring en de gedachten die daar over in Europa en Den Haag heersen, zullen van bijzonder grote groepen personen persoonsgegevens in dat register terecht komen. Dit register wordt volledig openbaar en vrij toegankelijk.
Wat vergeten lijkt te zijn, is het antwoord op de vraag of de openbaarmaking van gegevens van UBO’s het witwassen en financieren van terrorisme echt en effectief tegengaat. Mensen die zich iets gelegen laten liggen aan regelgeving, zullen de administratieve (en financiële) lasten die verbonden zijn aan openbaarmaking gedogen.
Mensen die het niet zo nauw nemen met de regels, zullen zich ook van de verplichting tot openbaarmaking van de UBO-gegevens weinig aantrekken.
Het UBO-register is het grootste datalek ooit en wel op last van de overheden.
De grote vraag is waarom iedereen die uiteindelijk belanghebbende (UBO) is van een bedrijf of instelling á priori zo verdacht is dat hij geen recht heeft op bescherming van zijn persoonsgegevens. Ons strafrecht kent vergaande mate van bescherming van verdachten en veroordeelden. Ik roep de Europese en lokale overheden op tot heroverweging van deze plannen. Het voorkomen van witwassen en financiering van terrorisme is een nastrevenswaardig doel, maar nu heiligt het doel de middelen.