Demo aanvragen
Terug naar overzicht

Woensdag 7 maart 2012

Flexbv, verbinden vergaderrechten

Artikel V.2.6 Invoeringswet #FlexBv (EK: 32 426) bepaalt dat als er met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten bestaan, de vennootschap bij de eerstvolgende statutenwijziging vergaderrecht moet verbinden aan de houders van deze certificaten.

Was het niet beter geweest als de invoeringswet had bepaald dat houders van rechten die de wet toekent aan met medewerking van de een vennootschap uitgegeven certificaten van aandelen (hierna: certificaathoudersrechten) van rechtswege vergaderrechten zouden verkrijgen? Nu is een actie van de vennootschap vereist, terwijl er geen discretionaire bevoegdheid zou moeten zijn: immers men heeft onder het huidige systeem certificaathoudersrechten of niet. Deze rechthebbenden moeten gelijk worden behandeld en ik zie dan ook geen plaats voor een regeling waarbij in de statuten tav deze rechthebbenden wordt opgenomen dat bijvoorbeeld de RvC de bevoegdheid krijgt van art 2:227, lid 2, laatste volzin NBW (het verbinden en ontnemen van vergaderrechten). Ik denk dat de huidige houders van certificaathoudersrechten onder het nieuwe systeem zonder meer vergaderrechten zouden moeten hebben. Wil men naar een flexibelere regeling waarbij er discretionaire bevoegdheid over het verbinden en ontnemen van vergaderrechten bij een orgaan wordt neergelegd, dan is mi de instemming van de vergaderrechten als bedoeld in artikel 2:227, lid 4 NBW vereist. Verder is het verbinden van vergaderrechten een handeling die namens de vennootschap zal moeten worden verricht en dat is een vreemde eend in de bijt van de rechtsfiguur statutenwijziging: het is een actie namens de vennootschap en derhalve zal de vennootschap dan ook moeten worden vertegenwoordigd. Dat betekent dat er voor het passeren van de akte van statutenwijziging niet alleen een aandeelhoudersbesluit nodig is met daarin een machtiging om de akte te passeren, maar ook een volmacht om namens de vennootschap die rechten te verbinden aan de houders van deze certificaten. Ook dat klinkt vreemd: het verbinden van vergaderrecht aan de houders van deze certificaten… Volgens mij verbind je rechten aan certificaten, of ken je rechten toe aan de houders van certificaten.

Ja, ik ben mij bewust dat we het hier over een zeer kleine groep bv’s hebben, in nagenoeg alle gevallen zijn er immers geen certificaathoudersrechten toegekend.

De invoeringswet geeft geen regeling hoe te handelen met de certificaathoudersrechten van pandhouders of vruchtgebruikers. Ik zou menen dat deze op dezelfde wijze moeten worden behandeld, de tekst in artikel 2:227, leden 1 en 4 BW geeft daar voldoende aanleiding toe.

De uitwerking is mi onnodig gecompliceerd en kan daarom lastig onder flexibilisering van het BV recht worden geschaard. De regeling met discretionaire ontnemings- en toekenningsbevoegdheid is wel een flexibilisering.