Demo aanvragen
Terug naar overzicht

Vrijdag 28 december 2012

Einde bestuursbesluit tot fusie of splitsing?

Vanaf 1 januari 2013 neemt een bestuurder die een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming (2:129, lid 6 en2:239, lid 6 BW). Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Bij ontbreken van een raad van commissarissen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen.

Op grond van artikel 2:331 BW bij fusie en 2:334ff BW bij splitsing kan het bestuur onder in de wet genoemde omstandigheden tot fusie/splitsing besluiten. Niet elk tegenstrijdig belang is (direct) kenbaar. Vaak blijkt pas achteraf dat er sprake was van een tegenstrijdig belang. Veiligheidshalve verdient het aanbeveling de algemene vergadering de besluiten tot fusie/splitsing te laten nemen, in plaats van het bestuur.

Is dit een zuiver theoretische stelling? A is bestuurder van de verkrijgende vennootschap B en bestuurder van de verdwijnende vennootschap C. C gaat het zonder fusie waarschijnlijk niet redden. Lopen de belangen van A en B altijd parallel? A is bestuurder van de verkrijgende vennootschap B en bestuurder van de splitsende vennootschap C. B, met wie het niet zo goed gaat, verkrijgt krachtens splitsing een goed renderende business unit van C. Lopen de belangen van A, B en C altijd parallel? A is bestuurder en geen aandeelhouder van de verkrijgende vennootschap B en A is bestuurder en enig aandeelhouder van de splitsende vennootschap C. Lopen de belangen van A, B en C altijd parallel?