Demo aanvragen
Terug naar overzicht

Woensdag 28 september 2016

UBO: N.V. met toonderaandelen?

De afgelopen tijd ontvingen wij een aantal keer  het verzoek: hebben jullie ook een model voor een N.V. met aandelen aan toonder?

Waar komt deze hernieuwde belangstelling voor aandelen aan toonder vandaan? Navraag leerde dat dit voorsorteert op de aanstaande UBO-wetgeving.

Interessant is verder dat de PvdA-Kamerleden Recourt en De Groot ook een verbod op toonderaandelen voorstelden. Dat was om hun Centrale register van aandeelhouders waterdichter te krijgen. Immers toonderaandelen neem je niet op in een register.

De wens van de Europese Unie criminaliteit te bestrijden, lijkt een beetje door te slaan: het geeft criminelen een openbaar register waarin te vinden is bij wie wat te halen valt.

Als jouw cliënt wil verhullen wie er achter een entiteit schuilgaan door het invoeren van toonderaandelen, mag je daar als notaris zonder meer aan meewerken? In breder kader, mag je als notaris meewerken aan het opzetten van een structuur met als (voornaamste) doel het voldoen aan een (toekomstige) wettelijke verplichting onmogelijk te maken?

Wat vind jij? Plaats jouw mening hieronder.

Helpen toonderaandelen bij de opgave wie de UBO is?

De brief van 10 februari 2016: Betreft Contouren UBO-register van minister Dijsselbloem meldt het volgende:

“Een UBO is degene die formele of feitelijke zeggenschap heeft (‘control’ in het Engels). Indicaties voor die zeggenschap kunnen te vinden zijn in een toereikend percentage van eigendom, aandelen en/of stemrechten, maar ook als iemand bijvoorbeeld het (contractuele) recht heeft om bestuurders te ontslaan kan hij daardoor UBO zijn. Wanneer alle mogelijke middelen zijn beproefd om uit te vinden wie formele of feitelijke zeggenschap heeft en niemand als UBO is te achterhalen, of wanneer er twijfel bestaat of de achterhaalde persoon of personen wel UBO is of zijn, kan als uiterste optie een natuurlijk persoon behorend tot het hoger leidinggevend personeel kwalificeren als UBO.”

Weet het bestuur van een N.V. waarvan alleen toonderaandelen uitstaan wie de UBO is? Bij de aanmelding voor de (jaar)vergadering (van aandeelhouders) zal duidelijk zijn wie zich meldt, maar daarna is het weer de vraag of die persoon nog steeds aandeelhouder is. Het lijkt derhalve verdedigbaar dat men niet kan zeggen wie de UBO is en daardoor zal deze structuur kunnen helpen bij de voorkoming van UBO-opgaven. Natuurlijk zullen we de tekst van het wetsvoorstel moeten afwachten.

Heb je eenmaal een N.V. met aandelen aan toonder, ben je dan opeens van de radar verdwenen?  Waartoe het jaarrekeningenrecht, het fiscale recht en governance codes dwingen om openheid van zaken te geven, hebben we niet nader uitgezocht.

Een paar initiële gedachten/bezwaren komen echter op:

De Wet giraal effectenverkeer is destijds onder andere in het leven geroepen voor de dematerialisatie van effecten, omdat er nog wel eens iets aan de hand was met toonderstukken: kwijt, verbrand, onleesbaar, gestolen etc.

Verder moet je aandeelbewijzen, dividendbladen en talons gaan maken en uitgeven, of daarbij helpen.

Zijn er eenmaal aandelen aan toonder, dan moet jouw cliënt de vergaderingen aankondigen in een landelijk verspreid dagblad en moet hij de wettelijke oproepingstermijn inachtnemen. Hij moet dan gaan nadenken over het inregelen van een registratiedatum en stemmen op afstand systeem etc. Besluitvorming buiten vergadering (het schriftelijke rondje) is dan niet mogelijk.

En dan heb je een N.V., waarop de flexibilisering van ons vennootschapsrecht van oktober 2012 niet van toepassing is.

Kortom: Vraag je af of je de cliënt wel moet adviseren om te  kiezen voor aandelen aan toonder.

De 4-de Antiwitwasrichtlijn voorziet namelijk in een uitzondering: (artikel 30, lid 9): “De lidstaten kunnen in uitzonderlijke omstandigheden per geval voorzien in een uitzondering op de in lid 5, onder b) en c), bedoelde toegang tot alle of tot een gedeelte van de informatie over de uiteindelijk begunstigden), indien die toegang voor de uiteindelijk begunstigde blootstelling aan een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie inhoudt of indien de begunstigde minderjarig of anderszins handelingsonbekwaam is. […]”

De vraag is natuurlijk of jouw cliënt daarvoor in aanmerking komt. In breder perspectief: is dat gevaar van blootstelling niet bij iedereen reëel?

(c) foto: William Creswell