Terug naar overzicht

Hoe zit het ook alweer met bekrachtiging ex 203 BW?

De bekrachtiging ex art 2:203 BW heeft alleen zin als er voor de oprichting in naam van de B.V. in-oprichting (B.V.i.o.) rechtshandelingen zijn verricht. Als dat niet zo is, is bekrachtiging zinloos. Is het wel zo, dan komen die rechtshandelingen door de bekrachtiging voor rekening en risico van de B.V.

Als je/men wil(t) bekrachtigen, doe dat dan NA de inschrijving van de B.V. in het handelsregister. Dit komt door art 2:180, lid 2 BW, dat bepaalt dat er hoofdelijke aansprakelijkheid is voor alle rechtshandelingen verricht NA oprichting en VOOR inschrijving in het handelsregister. De wetgever heeft hiermee beoogd de spoedige inschrijving in het handelsregister te bevorderen. Door bekrachtiging wil je juist die hoofdelijke aansprakelijkheid wegnemen met de akte van bekrachtiging.

Neem de bekrachtiging nooit in de oprichtingsakte op, want dat treft geen doel door art 2:203 lid 4 waarin limitatief is opgenomen waarvoor je de B.V. in de akte van oprichting kunt binden.

In ons draaiboek oprichting B.V. hebben wij ook als alert opgenomen dat je de bekrachtiging nooit voor inschrijving in het handelsregister mag doen.

Kijk ook naar onze andere FAQ voor meer handige tips en tools. Veel succes!

Terug naar overzicht